In deze parelcouscous speelt de ui de hoofdrol. Door de uien lang te bakken komen er suikers vrij, waardoor ze karameliseren en heerlijk zoet worden. Samen met de nootachtige, aardse smaak van de paddenstoelen zorgt dit voor een heuse smaakexplosie.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen.
1.5 stuk(s)
Ui
125 gram
Kastanjechampignons
¼ stuk(s)
Citroen
4 bosje(s)
Verse kervel
3 bosje(s)
Verse dragon
85 gram
Parelcouscous
50 gram
Ricotta
25 gram
Geraspte pecorino
300 ml
Groentebouillon
1 el
Olijfolie
½ el
Roomboter
naar smaak
Peper en zout
Bereid de bouillon. Snijd de sjalot in de lengte in achten. Maak de kastanjechampignons schoon met keukenpapier en snijd ze in plakken. Rasp de schil van de citroen met een fijne rasp en pers de citroen uit. Snijd de verse kervel fijn en hak de verse dragon grof.
Verhit de olijfolie in een grote koekenpan op middelmatig vuur en roerbak de ui in 16 – 18 minuten goudbruin en zacht. Voeg in de laatste 5 – 7 minuten de kastanjechampignons toe en bak al roerend bruin. Breng op smaak met peper en zout.
Verhit ondertussen een pan met deksel, zonder olie, op middelhoog vuur en rooster de parelcouscous 1 minuut. Voeg de bouillon toe, zet het vuur laag en kook de parelcouscous, afgedekt, in 12 minuten droog. Roer daarna de korrels los en laat zonder deksel uitstomen.
Meng ondertussen in een kleine kom de ricotta met de geraspte pecorino en per persoon ¼ tl citroenrasp en ½ el citroensap. Breng op smaak met zout en flink wat zwarte peper.
Voeg de roomboter, de helft van de kervel, de helft van de citroenricotta en de parelcouscous toe aan de koekenpan met sjalot en champignons en roer goed door.
Verdeel de parelcouscous over de borden en garneer met de overige citroenricotta. Bestrooi de parelcouscous met de overige kervel, de dragon en de overige citroenrasp naar smaak. Besprenkel naar smaak met het overige citroensap.