Je serveert de stamppot met een bijzonder worstje. Er zijn veel proefsessies aan vooraf gegaan, voordat deze worst van Hollandse gans en rund voor ons de ideale smaak had. Er is rundvlees aan de worst toegevoegd voor de extra smeuïge smaak en kruiden zoals foelie en laurier zorgen voor een licht pittig karakter.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen.
300 gram
Kruimige aardappelen
⅕ stuk(s)
Nootmuskaat
½
Sjalot
1
Ganzenworst
150 gram
Spinazie
75 gram
Rode cherrytomaten
1 el
Olijfolie
scheutje
Melk
naar smaak
Peper en zout
Breng in een pan met deksel 400 ml water per persoon aan de kook. Was de aardappelen (challenger) grondig en snijd in parten. Kook de aardappelen, afgedekt, in 15 minuten gaar. Giet af, bewaar een klein gedeelte van het kookvocht en laat zonder deksel uitstomen.
Rasp de nootmuskaat met een fijne rasp. Snijd de sjalot in dunne halve ringen.
Smelt de helft van de olijfolie in een koekenpan met deksel op middelmatig vuur en bak de ganzenworst, afgedekt, 10 - 12 minuten. Bak na 6 minuten de sjalot mee in dezelfde pan.
Smelt ondertussen de overige olijfolie in een wok of hapjespan met deksel op middelhoog vuur en roerbak de helft van de spinazie 5 minuten. Snijd de cherrytomaten in kwarten en voeg na 4 minuten toe. Breng op smaak met de geraspte nootmuskaat, peper en zout. Zet het vuur uit en houd afgedekt warm.
Stamp de aardappelen tot een grove puree. Voeg een scheutje melk en/of kookvocht toe om het smeuïg te maken (zie tip). Voeg daarna de gebakken spinazie, cherrytomaten en de overige rauwe spinazie toe aan de pan. Breng verder op smaak met nootmuskaat, peper en zout.
Verdeel de spinaziestamppot over de borden. Serveer met de ganzenworst en gebakken sjalot. Besprenkel met de jus uit de pan.