Radijsstamppot met runderworst, gebakken appel en sjalot

Schil de koolraap en snijd in blokjes van maximaal 1 cm. Voeg toe aan het water in de grote pan met deksel en breng afgedekt aan de kook.

Was ondertussen de aardappelen (eigenheimer) grondig en snijd klein. Voeg de aardappelen bij de koolraap, zorg dat alle ingrediënten net onder water staan en kook in 15 – 20 minuten gaar. Giet daarna af. Houd een klein gedeelte van het kookvocht apart.

Snipper ondertussen de sjalot. Snijd de appel, radijsjes en het radijsblad klein.

Verhit de helft van de olijfolie in een koekenpan op middelhoog vuur en bak de runderworst 12 minuten rondom.

Verhit de overige olijfolie in een wok of hapjespan en bak de sjalot 2 minuten op matig vuur. Voeg de helft van de appel toe en bak 4 minuten op middelhoog vuur. Bak de radijs na 2 minuten mee en breng op smaak met peper en zout. Zet daarna het vuur uit.

Stamp ondertussen de aardappelen en knolselderij met de roomboter, melk en/of achtergehouden kookvocht tot een grove stamppot. Voeg de radijs met appel toe en roer goed door. Breng op smaak met peper en zout. Voeg daarna het radijsblad toe.

Maak naar wens een jus: voeg de runderworst toe aan de stamppot en houd afgedekt warm. Schenk een scheutje kokend water of kookvocht van de aardappelen in de koekenpan en roer goed over de bodem van de pan. Voeg eventueel een extra klontje roomboter toe en bestrooi met peper en zout.