Regenboogkrieltjes heten zo, omdat de aardappeltjes verschillende kleuren hebben. Het is een mix van verschillende aardappelrassen, zoals de rode manitou en de gelige silvana. Krieltjes worden ook wel “pommes parisienne” genoemd. Deze verschillen echter wel van de krieltjes in dit gerecht: ze worden namelijk uit een grotere aardappel geschept met een speciaal rond lepeltje.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen.
300 gram
Regenboogkrieltjes
10 gram
Zonnebloempitten
1
Maiskolf
⅕ stuk(s)
Romaine sla
⅕
Komkommer
50 gram
Verse geitenkaas
1 el
Olijfolie
½ el
Roomboter
½ el
Extra vierge olijfolie
½ tl
Wittewijnazijn
½ tl
Honing
naar smaak
Peper en zout
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Was de krieltjes grondig, snijd de grote krieltjes in vieren en de kleine doormidden.Verhit de helft van de olijfolie in een wok of hapjespan met deksel en bak de krieltjes, afgedekt, 25 – 30 minuten op middelhoog vuur. Schep regelmatig om. Voeg halverwege peper en zout toe.
Verhit ondertussen een koekenpan op hoog vuur en rooster de zonnebloempitten, zonder olie, goudbruin. Haal uit de pan en bewaar apart.
Verwijder de bladeren van de maïskolf. Verhit de overige olijfolie in de koekenpan met deksel en bak de maïskolf, afgedekt, 15 minuten op middelhoog vuur. Draai regelmatig om en breng op smaak met peper en zout. Voeg in de laatste minuut de roomboter toe aan de pan en laat smelten.
Snijd ondertussen de romaine sla klein. Snijd of schaaf de komkommer in dunne plakken. Meng de sla en komkommer in een saladekom. Voeg de zonnebloempitten toe.
Leg de geitenkaasjes op een bakplaat met bakpapier en verwarm 5 minuten in de oven.
Maak ondertussen een dressing van de extra vierge olijfolie, witte wijnazijn, honing, peper en zout en voeg toe aan de saladekom.
Verdeel de salade en de geitenkaasjes over de borden. Serveer met de krieltjes en gebakken maïskolf.