De friszoete bieten passen heerlijk bij de krachtige pecorino, een kaas die wordt gemaakt van Italiaanse schapenmelk. Je garneert de maaltijd voor een kleine bite met walnoten. Dit gerecht is een klassieke combinatie en daarom een echte voltreffer!
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen.
½ stuk(s)
Sjalot
175 gram
Gekookte rode bieten
85 gram
Orzo
40 gram
Geraspte pecorino
40 gram
Rucola
20 gram
Walnoten
175 ml
Groentebouillon
1 el
Olijfolie
1 tl
Zwarte balsamicoazijn
naar smaak
Extra vierge olijfolie
naar smaak
Peper en zout
Bereid de bouillon. Snipper de sjalot en snijd de rode biet in dunne reepjes.
Verhit de helft van de olijfolie in een wok of hapjespan met deksel en fruit de helft van de sjalot 2 minuten op laag vuur. Voeg de orzo toe en roerbak 1 minuut op middelmatig vuur. Schenk de bouillon over de orzo en kook, afgedekt, in 10 - 12 minuten op laag vuur droog. Schep regelmatig om. Voeg eventueel extra water toe als de pan te droog wordt.
Verhit ondertussen de overige olijfolie in een koekenpan en fruit de overige sjalot 2 minuten op laag vuur. Voeg de rode biet toe en bak 6 – 8 minuten op middelhoog vuur. Voeg de zwarte balsamicoazijn toe, draai het vuur hoog en bak 1 minuut zodat het zure van de azijn kan vervliegen.
Voeg vervolgens de orzo en de helft van de pecorino toe aan de bieten. Roer totdat de kaas gesmolten is en roer er vervolgens ⅓ van de rucola door.
Meng ondertussen de overige rucola naar smaak met extra vierge olijfolie, peper en zout.
Hak de walnoten grof en verdeel de rucola over de borden. Schep hierop de orzo en garneer met de walnoten en overige pecorino.