Door de heekfilet te stomen met een eetlepel kokosmelk, ketjap en het vocht uit de groenten wordt de vis lekker zacht. Het vleugje sereh (gedroogd citroengras) zorgt voor extra smaak. De rijst maak je bijzonder door hem te koken in de kokosmelk en er pinda’s aan toe te voegen
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen.
1 stuk(s)
Vleestomaat
½ stuk(s)
Paksoi
15 gram
Pinda's
75 ml
Kokosmelk
1 stuk(s)
Heekfilet met huid
1 tl
Gemalen citroengras
85 gram
Pandanrijst
½ el
Zonnebloemolie
½ el
Ketjap manis
naar smaak
Peper en zout
Verwarm de oven voor op 220 graden en kook 150 ml water per persoon voor de rijst.
Snijd de tomaat doormidden en vervolgens in blokjes. Verwijder de steelaanzet van de paksoi en snijd de stelen en de bladeren in kleine repen. Prik een gaatje in het zakje van de pinda’s en maak de pinda’s fijn door ze met een pan te pletten. Roer de kokosmelk goed door (zie tip).
Meng per persoon de tomaat en paksoi op een stuk aluminiumfolie. Leg daarop de heekfilet en breng op smaak met peper, zout en de helft van de sereh. Besprenkel als laatste met 1 el kokosmelk per persoon en de ketjap en vouw de aluminiumfolie dicht tot een pakketje. Bak het vispakketje 15 – 20 minuten in de oven.
Verhit de pan met deksel op hoog vuur en rooster de pinda’s 2 minuten op hoog vuur. Voeg halverwege de overige sereh toe. Voeg daarna de rijst, de overige kokosmelk, 150 ml kokend water per persoon en zout naar smaak toe. Breng afgedekt aan de kook en kook de rijst 10 – 12 minuten op laag vuur droog. Laat daarna zonder deksel uitstomen.
Verdeel de vispakketjes over de borden en serveer met de rijst.