Vol-au-vent verwijst naar het pasteitje dat zo luchtig is dat het met de wind meevliegt. Rijkelijk gevuld met een ragout van drie soorten vis én noordzeegarnalen zal dit gerecht niet snel van je bord waaien.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen.
200 gram
Kruimige aardappelen
½ stuk(s)
Venkel
50 gram
Wortel
½ stuk(s)
Sjalot
½ stuk(s)
Knoflookteen
60 gram
Champignons
¼ stuk(s)
Citroen
2.5 gram
Verse bladpeterselie
(Kan bevatten Selderij)
1 stuk(s)
Ragoutbakje
(Bevat Gluten, Melk (inclusief lactose), Eieren)
25 ml
Slagroom
(Bevat Melk (inclusief lactose))
130 gram
Vismelange: zalm, kabeljauw en koolvis
(Bevat Vis)
25 gram
Noordzeegarnalen
(Bevat Schaaldieren)
175 ml
Visbouillon
2.5 el
Roomboter
(Bevat Melk (inclusief lactose))
1.5 tl
Mosterd
1 el
Bloem
scheutje
Melk
(Bevat Melk (inclusief lactose))
Verwarm de oven voor op 180 graden en bereid de bouillon. Breng ruim water aan de kook in een pan met deksel voor de aardappelen. Schil de aardappelen, snijd in grove stukken en kook, afgedekt, 12 – 15 minuten. Halveer de venkel, snijd in kwarten en verwijder de harde kern. Snijd in smalle reepjes en bewaar het eventuele venkelloof. Snijd de wortel in dunne, halve plakjes. Snipper de sjalot en pers de knoflook of snijd fijn. Snijd de champignons in kwarten.
Verhit 1 el roomboter per persoon in een hapjespan op middelhoog vuur en bak de sjalot en de knoflook in 1 – 2 minuten glazig. Voeg de venkel en de wortel toe en bak nog 8 – 10 minuten. Voeg na 5 minuten ook de champignons toe.
Pers de helft van de citroen uit in een kleine kom en snijd de andere helft in partjes. Snijd de bladpeterselie grof. Bak de ragoutbakjes 5 – 10 minuten in de oven. Verhit 1 el roomboter per persoon in een hapjespan met deksel op gemiddeld vuur en voeg er 1 el bloem per persoon aan toe. Laat droogkoken, tot de bloem begint te geuren.
Verlaag het vuur, voeg 1/3 van de visbouillon toe aan de bloem en roer met een garde tot de bouillon is opgenomen. Herhaal dit nog 2 keer met de overige bouillon. Roer de saus glad en voeg de room en 1/2 tl mosterd per persoon toe. Meng de groenten door de saus en kook nog 5 minuten zachtjes. Voeg, vlak voor serveren, de vismelange toe en laat 1 – 2 minuten garen in de saus. Breng op smaak met citroensap, peper en zout.
Stamp ondertussen de aardappelen met een aardappelstamper tot een grove puree. Voeg 1/2 el roomboter per persoon en een scheutje melk toe en roer door. Voeg dan 1 tl mosterd per persoon toe en breng op smaak met peper en zout. Roer dan de helft van de bladpeterselie door de puree.
Zet de ragoutbakjes op de borden en vul ze met de helft van de saus. Serveer de andere helft van de saus op het bord. Verdeel ook de puree over de borden. Garneer de vol-au-vent met de noordzeegarnalen en de overige bladpeterselie. Verdeel de citroenpartjes over de borden en garneer eventueel met het venkelloof.